Het opstel van Rie Witteveen 1946
Dit opstel voor school is gemaakt in april 1946 door Rie Witteveen (14jr), die in die tijd op de Bannink woonde. De tekst hebben we letterlijk overgenomen.
Moeder vertelt
“Als je grootmoeder nog eens kon zien, hoe het tegenwoordig in het huishouden gaat, hoe verbaasd zou ze zijn. Ik weet nog dat we vloerkleden schuierden op onze knieën, nadat we theeblaren hadden gestrooid. Wat een verbetering heeft de stofzuiger daar in gebracht!
Elke dag werd er vroeger aan de was gewerkt. Vrijdag in de soda, Zaterdag in het sop, Maandag wassen met de borstel op de wasplank of het wasbord, stuk voor stuk, en dan wringen met de hand.
In ’t midden of in ’t eind van de week werd er gestreken met ijzers, die op de kachel heet gemaakt moesten worden. Thans wordt het werk door de wasmachine, de wringer en het elektrische strijkijzer zeer vergemakkelijkt. Ik heb bovendien gemerkt, dat we met ons goed langer doen, het gaat langer mee. Ja, de mensen praten wel eens over ‘die goeie ouwe tijd’, maar ik zou de nieuwe uitvindingen in het huishouden niet graag meer willen missen.”