De laatste dagen op de Zandbelt
Het onderwerp van de maand.
Elk jaar wordt op 4 en 5 mei weer stilgestaan bij het leed van de bezetting en vreugde na de bevrijding van de 2e wereldoorlog.
Hier hoort ook een verhaal van een Lettelenaar bij. Een plaatselijk verhaal uit die oorlog zoals die door hem of haar beleefd is.
Dit jaar het verhaal van Jo Elders, waarin hij vertelt over de laatste dagen van de oorlog en de bevrijding op De Zandbelt.
De laatste dagen van de oorlog 1940-1945 op De Zandbelt.
De laatste dagen voor de bevrijding kregen de bewoners op de Zandbelt te horen dat ze voor hun eigen veiligheid beter konden vertrekken.
De Duitsers die hier waren, wilden zich niet terugtrekken over het kanaal en bleven zich verdedigen tegen de Canadezen.
De Canadese soldaten stonden in Lettele al klaar met kanonnen om hier alles plat te schieten als de Duitsers zich niet terug trokken.
De bewoners van de Zandbelt besloten toen om tijdelijk van huis weg te gaan.
Mijn vader nam nog eerst alle opschuiframen uit ons huis en zette deze in de smederij naast het gemetseld smidsvuur, waar hij ze met zand bedekte.
Onder het smidsvuur waar normaal de kolen lagen werd nu beddengoed en kleding gestopt en ook met zand bedekt.
Al deze voorzorgsmaatregelen werden genomen omdat, als onze woning in puin zou worden geschoten, die spullen dan nog gespaard bleven. Ook buurman Gerritsen haalde de opschuiframen uit zijn huis en begroef deze in zijn tuin, achter de heg.
Mulder (de bakker) vertrok met zijn gezin naar familie Brinkhof.Gerritsen ging naar Jan Oosterwijk. Wij, de familie Elders gingen gepakt met alles en nog wat naar Willem Oosterwechel. In de kinderwagen lag Bennie, nog geen jaar oud.
Bij Oosterwechel werd in korte tijd een schuilkelder gegraven naast een hooiberg. Tijdens het graven van die schuilkelder, zagen we de Duitsers in lange rijen vertrekken door Bakkersdiekje richting de Steernebrug (Hekkert).
De brug bij Hekkert, een vlotbrug, lag gedeeltelijk onder water, maar daar konden de Duitsers nog wel over om te vertrekken richting Wesepe. De Zandbelterbrug was opgeblazen en niet meer te gebruiken.
Hein en Dina Koerkamp wilden niet weg en gingen in de kelderkoele achter ons huis zitten.
Hein Koerkamp had een akkefietje met een Duitser gehad en was kwaad op de Duitsers. Uiteindelijk is hem dat toch duur komen te staan, want toen de Duitsers zich terugtrokken hebben ze bij hem in de wei vijf koeien doodgeschoten.
De volgende dag zagen we een Canadese tank uit het bos komen vanaf W. Zandbelt (Martin). De tank nam positie naast de molen en schoot met vuurstoten richting de brug. Later bleek dat in het Dikkeboersweggetje (verbinding van Spanjaardsdijk en Iwlandsweg) een Duitser doodgeschoten was en daar een tijdje begraven is geweest.
Die dag kwamen de eerste granaten op De Zandbelt terecht. Afgeschoten door de Duitsers vanuit Wesepe. Bij Oosterwechel kwam een granaat terecht vlakbij de hooimijt en schuilkelder. Wij moesten toen naar binnen en die schuilkelder buiten is niet meer gebruikt.
Rond het middag uur, wij zaten met z’n allen aan tafel, viel een granaat tussen de Spanjaardsdijk en de woning. Bij die ontploffing vloog een granaat splinter door een raam naar binnen en miste op een haar na iemand die aan tafel zat. (ik weet niet meer wie het was, maar het was een van de ‘groten’)
Onmiddellijk moesten wij met z’n allen in de kelder. Er vielen die dag vele granaten op De Zandbelt, vooral in de wei bij Verhuis (Bolink).
De volgende dag mochten we een kijkje nemen thuis. De Canadezen waren hier nog. Ze hadden verschillende Duitsers gevangen genomen. Bij Bielder Harm hadden zich Duitsers verstopt en gewacht tot de Canadezen kwamen om zich over te geven.
Ik zag naast de smederij een stel Duitsers staan die gevangen genomen waren. Ze werden bespoten met DDT poeder, want ze zaten onder de vlooien en luizen.
De dag daarna mochten we naar ons huis. Mijn vader was al zijn gereedschap uit de smederij kwijt. Dit was meegenomen door de Canadezen om te gebruiken voor reparatie aan de tanks.
Bij Gerritsen was een granaat door het dak van de keuken gegaan, maar gelukkig niet ontploft. Gerritsen had uiteindelijk wel pech, want een tank was door de tuin gereden precies over de glasramen die hij in de tuin begraven had.
In de weg, vóór het café hadden de Duitsers tankmijnen ingegraven, ongeveer acht stuks. Dit werd door de Canadezen gelukkig tijdig ontdekt, anders was het café niet behouden gebleven.
Die laatste dagen van de oorlog is er op de Zandbelt behoorlijk wat materiële schade aangericht, maar alle bewoners zijn gespaard gebleven.
Jo Elders
Vragen, opmerkingen of aanvullingen: dorp@archieflettele.nl